De krachtige proza van de Kecks

Natuurlijk kende ook ik de Kecks aanvankelijk van hun enige bescheiden hitje ‘Met hart en ziel’. Toen ik echter via Tommy’s platenzaak in Tilburg wat CD’s aan ging schaffen, viel mijn mond open van verbazing. Ik hoorde een aaneenschakeling van korte verhalen, aanstekelijk gezongen door Rick de Leeuw met een briljante tweede stem van gitarist Rob de Weerd. Muzikaal rammelde het en de band werd dan ook ‘werkvoetbal’ verweten in plaats van kwaliteit. Onterecht. Akkoord: op de debuutplaat ‘Schliessbaum’ vliegen de punky nummers alle kanten op en valt de band vooral op door de ruwe sound van de korte nummers. Maar op de opvolger ‘In de krochten van de geest’ is daar opeens proza: korte verhalen met catchy melodieën die je gretig maken om meer te horen. Over een man die op een zomerse dag in een drukke stad tot aan zijn knieën in het kokende asfalt zakt, maar aan zijn lot wordt overgelaten. Over een man die een vrouw denkt te versieren door Afrodisiac in haar drankje te doen, maar in zijn kruis getrapt wordt en vervolgens beroofd. Over een man die al jarenlang op een paal in de lucht zit. Over… ach, luister die plaat!

Maar de verhalen krijgen naarmate de band meer platen maakt, ook meer inhoud en lagen. Op ’Een op een miljoen’ staat bijvoorbeeld Achter Glas. In deze tekst van drummer Leo Kenter loopt een man met de ziel onder zijn arm door het centrum van Amsterdam nadat hij vrouw en kind heeft verlaten. Hij zoekt zijn troost bij Bleke Jet, een dame van lichte zeden die hem aanraadt terug te gaan naar zijn vrouw. Met succes: ‘alles kwam weer goed’. Hij wilde Jet bedanken voor haar raad, maar het bordeel blijkt veertig jaar geleden door een jaloerse echtgenote in brand te zijn gezet. Een kastelein vertrouwt de man toe dat Bleke Jet zich af en toe nog laat zien aan iemand die haar doet denken aan haar laatste klant.

De Kecks-plaat die op mij de meeste indruk maakte, is ‘Andere plaats, Andere tijd’ uit 1992. Ik was achttien en verliet huis en haard om helemaal in Groningen te gaan studeren. Ik nam weinig spullen mee, maar wel een CD-speler en deze Kecks-CD. Ieder weekend maakte ik de wereldreis terug van Leek naar Waspik om dan vaak weer een Kecks concert te bezoeken. Ik weet nog precies hoe ik me voelde, daar in dat kamertje in Leek, als ‘Een dag, zo mooi’ en ‘De jaren van verschil’ uit de speakers golfden. ‘Andere plaats, Andere tijd’ was de soundtrack van mijn studententijd: niks geen zuippartijen in de kroeg, maar melancholiek luisteren naar mooie muziek. En dan in het weekend als een dolle terug naar Brabant om in Waalwijk, Drunen, Tilburg, Chaam of waar dan ook met de vrienden weer een mooie Kecks-avond in de herinneringen-doos erbij te kunnen stoppen. Net als trouwens de merchandise die we steevast na afloop van het concert in de stand bij bassist Theo Vogelaars kochten.

De Kecks stelden nooit teleur. Toch was het even slikken toen er met het vertrek van drummer Leo Kenter en gitarist Rob de Weerd barsten in de band kwamen. Tuurlijk was er vervanging, maar zeker het gemis van De Weerd op het podium was groot. Dat gemis heeft Phil Tilli nooit op kunnen vangen, hoewel hij waarschijnlijk een betere gitarist was. Het laatste wapenfeit was het album ‘>tk’ dat door de popcritici erg positief werd ontvangen. Inderdaad, een sterke plaat waarop de Kecks zich van een hele andere kant lieten horen. Een machtig slotakkoord en opmaat naar nog veel meer moois, maar dat mocht er niet komen. In 2001 kapten de Kecks ermee, tot groot ongeloof van de trouwste schare fans die een band zich kon wensen. Ook voor mij een dubbel gevoel, zeker nadat ik voor de krant Theo Vogelaars kon interviewen over het afscheid. Hij hield een sociaal wenselijk verhaal, maar tussen de regels las ik dat hij helemaal niet blij mee was met het besluit van zanger Rick de Leeuw om de band op te heffen. Dat was het: meer niet!

Sindsdien zijn de Kecks wat achtergrondmuziek in mijn leven. Rick de Leeuw is Belg geworden en laat nog regelmatig via de media van zich horen; Theo was even lid van de Snevo’s, maar die carrière vloog net zo snel voorbij als dat de nummers lang waren. Wat rest zijn de platen die hier toch nog regelmatig op de draaitafel liggen. En dat valt nooit tegen… niet één keer… De hoop op een comeback wordt door De Leeuw steevast de kop in gedrukt, maar man: wat zou ik de Kecks nog graag een keer live mee willen maken. Met mijn vrienden natuurlijk: Andere Plaats, Andere tijd…